maandag 5 december 2011

Land Art / kunst in de openbare ruimte

Bij Land Art en het natuurlijke landschap zijn de natuurlijke elementen als wind en water en licht vaak belangrijk. Dat is een tak van de stroming, de andere variatie is die van het stedelijke landschap. Hierbij wordt er gespeeld stedelijke elementen als huizenblokken, bewegwijzing, soms is de scheiding tussen kunst in openbare ruimte vervaagd, en is het de vraag of het wel LanD Art is.

De stoming is in de V.S ontstaan, eind jaren ’60. De projecten hadden vaak grote omvang en werden gemaakt In Nederland is er een opvallend werk van Florentijn Hofman, hij schilderde een heel huizenblok hel blauw in Rotterdam.

Een ander onderdeel is het ‘Sides Pacific’, een werk wat spreciaal gemaakt is voor een desbetreffende plaats. Moniek Toebosch maakte een verkeersbord op een dijk in Enkhuizen, op die plek kon je je radiozender afstemen en engelenmuziek beluisteren.

Naast Nederland en de V.S was ook Engeland een plak van Land Art. Daar was Andy Goldsworth gevestigd, hij deed kleine ingrepen in het Engelse landschap vanaf 1956.

Hij maakte een werk dat bestond uit een afdruk van zijn eigen lichaam in een besneeuwd landschap, waar hij lag kwam er geen sneeuw en ontstond er een uitsparing. Daarnaast maakte hij bijvoorbeld vormen van natuursteen en een motief van bladeren in een waterplas.

Een andere Engelsman was Richard Long, hij maakte een witte lijn in het Himalaya gebergte.

Hij reisde in zijn eentje af naar afgelegen plekken en fotografeerde zijn ingreep. Het heeft niets met performances te maken want het gaat niet om het publiek. Het doet eerder denken aan een ritueel, dat is een associatie bij Long, hij wordt met het werk één met de omgeving.

Michael Heizer deed een ingreep in de Nevada-woestijn, met de naam Displaced, replaced mass. Hij groef een gat en plaatste daar een een vorm in die ruimte.

Walter de Maria plaatste 400 palen in een vlakte in Mexico, die de bliksem aan trokken. ‘Lightning Field’ was de toepasselijke naam.

Robert Smithson maakte een spiraal in een zwaar vervuild zout meer in Utah, met een doorsnee van ongeveer 100 meter. Het is zo gemaakt dat het aangetast kan worden door de zoutkristellen in het water, uiteindelijk kan het vervallen in het water.

Een bijzonder figuur is Cristo Javachaff, hij begon met het inpakken van kleine voorwerpen en pakt steeds groter uit. Bizar is de twee kilometer kust in Brzilië, die hij inpakte met stof. Wrapped Coast, 1969. Zijn Valley Curtain in Colorado is even groots, in 1972, het gordijn was er uiteindelijk maar 28 uur omdat er een grote storm op komst was. Surrounded Islands in Miami, Running Fence, Calafornia.

Terug naar Nederand.

Een project valkbij Almere van Daniël Libeskind, met grote afmeting die bestaat uitlijnen/markeringen. Robbert Morris maakte een ‘observatorium’ in Lelystad, een ton waar je in neer kan dalen.

Marinus Boezem maakte een constructie van een Franse kathedraal in witte lijnen waar hij bomen in plaatste. Ook in Almere.