Het belangrijkste in het kubisme is het werk van Paul Cézanne (1839 tot 1906) en Afrikaanse kunst.
Pablo Picasso (1881 tot 1973) was een kubist net als George Braque (1882 tot 1963). Door een schilderij van Braque is de naam “Kubisme” ontstaan.
Picasso en Braque onderzochten wat een schilderij nu eigenlijk is. Ze onderzochten de werkelijkheid. Deze tijd werd het analytisch kubisme (tot ca. 1912) genoemd.
In de tijd van het analythisch kubisme gebruikte Braque als eerste letters in zijn schilderijen (1910) en Picasso gaat collage technieken gebruiken.
Nieuw was de assemblage, wat betekende dat het een ruimtelijke collage was.
De schilderijen verkochten ze niet. Ook signeerde ze de werken niet. Ze zette alleen hun naam aan de achterkant, zodat je niet kon zien of het schilderij door Braque of Picasso was gemaakt. Het ging uiteindelijk alleen om het onderzoek.
Na de tijd van het analytisch kubisme kwam het synthetisch kubisme. Ze bouwen hun schilderijen weer op vanuit niets, want tijdens het analytisch
kubisme was de werkelijkheid uit elkaar gevallen.
In het werk van Braque en Pisasso werden collage technieten toegepas, meerdere aanzichten van een object weren te zien en meestal ontbrak het perspectief.
Het Kubisme was een grote inspiratiebron voor de vormentaal van het futurisme in Italië en het constructivisme in Rusland.
Futurisme
Het futurisme was de verheerlijking van aktie en geweld en was tegen elk soort van traditie. De nieuwe schoonheid was voor de futuristen de snelheid en beweging. Ze waren dus gek op film en fotografie. Ook werden ze geinspireerd door de geluiden van de machines en maakten klankgedichten met rare piepen, knarsen, kraken en geluid van explosies. Een futuristische kunstenaar is Filippo Tommaso Marinetti (1876 tot 1944).
Marinetti maakte de vernieuwende typografische gedichten. Hij vernielde hiermee de harmonie op de pagina, de logica was weg en hij gebruikte verschillende lettertypes en letter groottes om bepaalde woorden te versterken.
Fortunato Depero (1892 tot 1960) was de eerste die grafisch werk maakte, zoals zij portfolio en “The botled book”.
De futuristen waren in alle kunsten thuis; beeldende kunst, literatuur, muziek, theater, fotografie en architectuur.
Andere futuristische kunstenaars zijn; fotograaf Umberto Boccioni Bragaglia (1890 tot 1960), futuristische kleding maker Giacomo Balla (1871 tot 1958), de maker van “intonarumori” Luigi Russolo (1885 tot 1947) en utopische futuristische architect Antonio Sant’ Elia (1888 tot 1916). De architectuur is door Elia nooit uitgevoerd, omdat hij in de oorlog overleed.
De futuristische shilders bestudeerden voor hun inspiratie de chronofotografie van E.J. Marey en Eadward Muybridge.