maandag 30 mei 2011
Art Nouveau
De Art Nouveau was rond ca. 1890 en 1910. Het was een internationale beweging van de Nieuwe kunst met veel onderlinge verschillen en vele benamingen o.a.; Jugendstil, Lilienstil, Slaoliestijl, Stile Floreale en Modernista. Centra’s van de Art Nouveau waren Brussel, Parijs, München en Wenen.
De invloeden van de Art Nouveau zijn; de Arts en Craftsbeweging, japonisme (vanaf 1862), vormentaal uit de natuur (curvilineair en floraal).
In Duitsland had juist weer andere kenmeren zoals; harde vormen en geometrische vormen.
Het verschil dat de Art Nouveau maakte en het nieuwe eraan is dat ze niet meer terug keken naar het verkeden. Ze gingen ook in tegen de industralisatie, maar daarbij keken ze niet terug, zoals William Morris.
Japan sloot zich af door het christendom, dat overal een zooitje maakte. Rond 1860 werden ze weer open. Japan werd hierdoor een inspiratiebron voor de rest van de wereld. Het japonisme.
Gustave Klimt had invloeden van Mackintosh.
Het tijdschrift was het niuwe medium (1989) Je kon zo snel neiuwe ideeën verspreiden en beelden laten zien.
Antoni Gaudi (1852 tot 1926) is een architect die gebouwen maakten in Barcalona.
Hij was een individualist, maar ook had hij kenmeren van de Art Nouveau, zoals de natuur, kleur en golvende vormen.
Gaudi maakte geen tekeningen maar maakte modellen, door kettingen te laten hangen en bouwde vervolgens alles uit de losse hand. Hij bedacht later hoe hij het gebouw afmaakte.
Victor Horta (1861 tot 1947) was een architect uit Brussel.
Louis Sullivan (1856 tot 1924) maakte de Garanty Building. Form follos function was hoe hij te werk ging, maar daarnaast gebruikte hij nog wel veel decoratie.
Frank Lloyd Wright (1867 tot 1959) is een Amerikaanse architect en bouwde de prairie house, rubie house, Taliesin (eiegn huis op een bergrug), Guggenheim museum en the falling water.
Hij vond dat natuur en architectuur hij elkaar hoorden en dus samen moesten komen. Deze ideeën had hij uit Japan.
Architectuur is ruimte. Hij bouwde dus in ruimtes door een skelet.
Het Guggenheim museum moest in New York gebouwd worden en daar was geen natuur. Hij mocht hierdoor dicht bij Central Park bouwen.
Hendrik Pieter Berlagen (1856 tot 1934) is de eerste Nederlandse moderne architect. Hij bouwde het gebouw zelf en ook de binnenkant.
Hij heeft de Beaurs in Amsterdam (1905) gebouwd en gebruikte hierbij de “gulde snede”. Het materiaal waarmee hij bouwde was baksteen, dat het sober maakte en het nieuwe materiaal glas, zodat de constructie zichtbaar was.
Ook maakte hij affisches. O.a. voor de Nederlandse trammaatschappij. Deze waren moeilijk te lezen.
Het gemeente museum was zijn laatste gebouw. Hij maakte dit met eerlijk materialen en het vernieuwende aan dit museum was dat het een lunchroom had. Dit hadden musea niet.
Gaudí werd in 1852 vermoedelijk in de Catalaanse stad Reus geboren, in een huis aan de Carrer de Sant Joan 4. Andere bronnen beweren dat hij in het nabijgelegenRiudoms is geboren. Zijn vader, Francesc Gaudí i Serra, was een onbemiddelde kopersmid. Sinds zijn kindertijd leed Gaudí aan reuma.
Op zijn zeventiende trok hij naar Barcelona om er architectuur te studeren aan de Escola Superior d´Arquitectura. Om in zijn levensonderhoud te voorzien had hij bijbaantjes bij architecten in de stad. Gaudí was geen goede student maar viel op door zijn eigenzinnigheid. Zo tekende hij bij zijn afstudeerproject "voor de sfeer" een volstrekt irrelevante lijkwagen op een bouwtekening van een poortgebouw van een begraafplaats.
Tussen zijn twintigste en dertigste was Gaudí lid van de vrijmetselarij, maar na herontdekking van zijn katholieke geloof, distantieerde hij zich formeel van dit lidmaatschap, vanwege zowel het kerkelijk verbod op vrijmetselaarslidmaatschap en vanwege het sterk "anti-christelijke karakter" van de Spaanse irreguliere tak van de vrijmetselarij. De internationale vrijmetselarij gebruikt Gaudí thans in haar schaarse public relations onterecht als illustratie van katholiek én maçonniek zijn.
Bij zijn diploma-uitreiking in 1878 zei de directeur Elie Rogent: "He aprobado a un loco o a un genio", Ik heb een dwaas of een genie laten slagen.[1] Opvallend is dat Gaudí, die zich later altijd tamelijk sjofel kleedde, in deze tijd buitengewoon veel tijd aan zijn uiterlijke besteede en aldus een dandy was. Niettemin leefde hij alleen voor zijn werk. Hij huwde nooit, hoewel een gerucht zegt dat hij rond 1884 verloofd was.
Afbeeldingen Arts & Crafts Movement
Arts & Crafts movement
De Art & crafts movement kwam op voor de arbeidersklasse en een betere samenleving, maar wat hebben ze uiteindlijk voor elkaar gekregen?
Hebben ze bereikt wat ze wilde bereiken?
De Art & crafts movement is een kunst- en designstroming in Engeland uit die opkwam tussen 1880 en 1910. De stijl werd overgenomen door de amerikanen. In Amerika werd de Arts and Craft movement ook wel de “Mission” style genoemd.
De beweging ontstond als een opstand tegen het tijdperk van de industriële revolutie. Ze verafschude de goedkope en lelijke massaproducten uit het Victoriaanse tijdperk. De beweging gebruikte materialen en traditioneel vakmanschap met behulp van eenvoudige vormen en vaak middeleeuws, romantische stijlen.
De industralisatie ontstond als eerst in Engenland, midden 18e eeuw, het is dan ook niet gek dat in Engeland het eerste protest ertegen ontstond. Het romantische aan de middeleeuwen is de eenvoud, schoonheid en ambachtelijkheid werd door de industriële tijdperk verwoest. Deze verwoeste wereld
wereld wilden zij weer herstellen.
De voornaamste vertegenwoordigers van deze stroming zijn; William Morris, Charles Robert Ashbee, T. J. Cobden Sanderson, Walter Crane,
Nelson Dawson, Phoebe Anna Traquair, Herbert Tudor Buckland, Charles Rennie Mackintosh, Christopher Dresser, Edwin Lutyens, Ernest Gimson, William Lethaby, Edward Schroeder Prior, Frank Lloyd Wright, Gustav Stickley, Charles Voysey, Christopher Whall en artiesten in de Pre-Raphaelite movement.
De stroming werd vooral geinspireerd door de schrijver en kunstenaar John Ruskin (1819 – 1900).
Één van het belangrijkste werk dat hij publiceerd is Moderne Schilders, in 1843. Dit boek publiceerde hij onder de anonieme identiteit een „Gediplomeerde van Oxford“. In dit boek werd gezegd dat moderne landschapsschilders, in het bijzonder J.M.W. Keerder, superieur waren aan de zogenaamd Oude Meester svan de post Renaissance periode. maar hij viel zelfs Michelangelo aan, als bedervende invloed op art. Zelf heeft hij heeft nooit zijn schilderijen schilderijen tentoongesteld, terwijl zijn werk wel interessant was. Hij creeërde vele zorgvuldige studies van natuurlijke vormen en deed geologische en architecturale observaties.
Hij moest verhuizen en startte in 1861 Morris & Company.
Morris bestudeerde de middeleeuwse boeken en dit paste hij toe in zijn ontwerpen. In de 19e eeuw was veel kinderarbeid, de werkdagen waren lang, soms wel 16 uur, terwijl de lonen erg laag waren. Er werden simpele nietszegende producten geproduceerd. Dit was de rede dat William weer terug wilde naar de middeleeuwen. Producten werden hand gemaakt en in kleine oplage.
Morris verlangde naar kunst, die voor en door het volk gemaakt werd. Wel zag hij in, dat het gewone volk zich geen ambachtelijk gemaakte voorwerpen kon veroorloven. Hij probeerde hierdoor door goede werkomstandigheden te voorzien voor de arbeiders in zijn ambachtelijke atelier. Morris streefde naar een maatschappij zonder klassenonderscheid.
Ontwerper, schrijver, dichter, drukkers. William Morris gaf aanzet tot het staan van de Arts & Crafts Movement waarin kunstenaars en architecten kunstnijverheidsprodukten gaan ontwerpen.
Hij moest verhuizen en startte in 1861 Morris & Company.
Morris bestudeerde de middeleeuwse boeken en dit paste hij toe in zijn ontwerpen. In de 19e eeuw was veel kinderarbeid, de werkdagen waren lang, soms wel 16 uur, terwijl de lonen erg laag waren. Er werden simpele nietszegende producten geproduceerd. Dit was de rede dat William weer terug wilde naar de middeleeuwen. Producten werden hand gemaakt en in kleine oplage.
Morris verlangde naar kunst, die voor en door het volk gemaakt werd. Wel zag hij in, dat het gewone volk zich geen ambachtelijk gemaakte voorwerpen kon veroorloven. Hij probeerde hierdoor door goede werkomstandigheden te voorzien voor de arbeiders in zijn ambachtelijke atelier. Morris streefde naar een maatschappij zonder klassenonderscheid.
Hij ontwierp behang, textiel, tegels, meubels, glas in lood en interieurs van huizen en kerken. In 1859 ontwierp en bouwde hij, samen met zijn vriend Philip Webb, The Red House in Londen, speciaal voor en met zijn vrouw, Jane Burden. Uiteindelijk woonde hij er maar vijf jaar..
De Arts & Crafts Movement verspreidt zich over England en de Verenigde State. Volgende generaties, die van invloed zullen zijn op het ontstaan van de Art Nouveau op het continent, gaan steeds meer geabstraheerde vormen gebruiken.
Afbeeldingen Victoriaanse periode en historisme
dinsdag 24 mei 2011
Victoriaanse periode en historime
De victoriaanse tijd verliep ca rond 1820 tot 1900.
Historime; het navolgen van voorbeelden uit het verleden.
1856 “Grammar of ornament” van Owen Jones.
De industriele revolutie was als eerst in Engeland en was daardoor een wereldmacht. Er kwam een middeklassse die steeds groter werd en dus werden er veel producten verkocht en werden er posters gemaakt om die producten te verkopen.
De posters waren decoratief, illustratief, er stond erg veel informatie op, standaard kaders, letters met schaduwen en de victoriaanse vetface werd ontworpen (combinatie van bodoni en egyptiëne).
P.J.H. Cuypers (1827 tot 1921) Nederlands grootste 19e eeuwse architect. Hij heeft het Rijksmuseum, Centraal Station Amsterdam, talloze kerken, kasteel De Haar ontworpen. Zijn stijlen zijn Neo-stijlen en eclecticisme. Neo-stijlen zijn neo-romaans, neo-gotiek, neo-renaissance, neo-classicisme enz. Eclecticisme zijn verschillende vroegere stijlen samengevoegd tot iets nieuws.
De eesrte wereldtentoonstelling werd gegeven in Londen in 1851. Deze tentoonstelling vond plaats in het Crystal Palace gebouwd door Joseph Paxton.
De expositie van de verworvenheden op het gebied van techniek en kunsten, laat stand van zaken binnen de vormgeving met name van de toegepaste kunst en kunstnijverheidsprodukten zien. Het resultaat was erbarmelijk.
Na dit alles kwam er onderwijs in vormgeving en kunstnijverheid. Cuypers richte op de zolder van het rijksmuseum een kunstnijverheidsklaslokaaltje op
Hij vond dat niemand meer precies wist hoe het moest en dat er geen echte vakmannen meer bestaan.
Kitsch was ook te zien in op de wereldtentoonstelling.
De kenmerken van Kitsch zijn; overdadige versiering, geen logisch verband tussen vorm en onhoud, geen logisch verband tussen materiaal en funktie en met het ene materiaal het andere uit willen drukken.
Camp is het waarderen van Kitsch, het smaakloze leuk of mooi vinden ervan kwam vanaf de jaren 70, 80 en de 20e eeuw.
Jeff Koons (1955) is een amerikaanse kunstenaar die in de jaren ‘80 bekendheid krijgt met zijn werk dat een mengeling van Kitsch en spektakel laat zien.